Kortrijk
Regen
7° - 12°
Antwerpen
Regen
7° - 12°
Blog
Blog
17 december 2015  | Dirk Van Heuven

Over het mandaat inzake handelvestigingen

De Raad van State heeft zich in het arrest nr. 232.711 van 27 oktober 2015 voor het eerst uitgesproken over het mandaat inzake handelvestigingen.

De wet betreffende de vergunning van handelsvestigingen van 13 augustus 2004 bepaalt niet wie de aanvraag om een sociaal-economische vergunning (of een ontvangstbewijs bij de vereenvoudigde procedure) moet indienen. De Handelsvestigingenwet bepaalt wél wie beroep kan aantekenen tegen de al dan niet stilzwijgende beslissing van het college van burgemeester en schepenen, met name de aanvrager, het Nationaal Sociaal-Economisch Comité voor de Distributie en minstens 7 van de 18 (stemgerechtigde) leden van het NSCED, maar zwijgt over de mandaatskwestie.

In deze zaak werd in de beroepsbeslissing van het Interministerieel Comité voor de Distributie gesteld dat het administratief beroep door de vergunningsaanvrager werd ingesteld, terwijl het in werkelijkheid door de zaakvoerder van het begeleidende studiebureau werd ingediend, schijnbaar zonder dat deze persoon daartoe een geldig mandaat had.

De Raad van State zegt niet letterlijk dat een mandaat nodig is, maar beperkt zich tot de vaststelling van een motiveringsgebrek in hoofde van het Interministerieel Comité voor de Distributie omdat hetde exceptie van de gemeente (wiens beslissing werd beroepen) niet heeft ontmoet.

Inmiddels werd door het secretariaat van het (Vlaamse) Nationaal Sociaal-Economisch Comité voor de Distributie volgend rondschrijven gericht:

Naar aanleiding van een recent arrest van de Raad van State, waarin de gemeente als één van de rechtsmiddelen opwierp dat het beroep bij het ICD door het ICD had moeten onontvankelijk verklaard zijn omdat de gemandateerde, ten gevolge van een gebrekkige volmacht, niet gemachtigd was om een beroepschrift in te dienen, en waarin de Raad van State het ICD verplicht om de volmacht te controleren, wil ik u allen beleefd verzoeken voortaan steeds bij het dossier een kopie te voegen van de volmacht waarmee uw cliënt u opdracht heeft gegeven om een aanvraag van een socio-economische aanvraag in te dienen (en eventueel beroep in te dienen bij het ICD tegen een weigering of een vergunning met bepaalde voorwaarden).
Sommigen onder u doen dat reeds, anderen niet.
Voor zoveel als nodig wijs ik u ook op het feit dat u degelijk dient te controleren of de volmachtgever wel bevoegd is om dergelijke volmacht te verlenen. Het geven van dergelijke volmacht valt niet in elk geval onder het begrip dagelijks bestuur.
Om gelijkaardige procedures in de toekomst te vermijden, ga ik hierop in het kader van de procedures waarover het NSECD advies moet verlenen, ook strenger toezien en desnoods het dossier onvolledig verklaren indien de volmacht ontbreekt of ongeldig is.
Omdat u allen regelmatig dossiers indient, hield ik eraan u hiervan op de hoogte te brengen.’

Het is wenselijk dat ook lokale besturen hiermee rekening houden. Wellicht is zowel voor de aanvraag als het beroep een mandaat vereist (tenzij de aanvrager zelf ondertekent of een advocaat).

Deel dit artikel