Kortrijk
Regen
6° - 11°
Antwerpen
Regen
7° - 12°
Blog
Blog
15 december 2011  | Dirk Van Heuven

Ongrondwettige reglementering is niet noodzakelijk foutieve reglementering

In een belangwekkend arrest van 10 september 2010 (F.09.0042.N/1) doet het Hof van Cassatie uitspraak over de vraag of de ongrondwettigverklaring noodzakelijkerwijze een fout inhoudt in de zin van artikel 1382 BW.

Het Hof overweegt:

“1. Artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek bepaalt dat elke daad van de mens, waardoor aan een ander schade wordt veroorzaakt, degene door wiens schuld de schade is ontstaan, verplicht deze te vergoeden.

2. De Staat kan in de regel aansprakelijk worden gesteld voor onrechtmatig wetgevend optreden of nalaten. Het behoort aan de rechter na te gaan of de Staat als wetgever heeft gehandeld zoals kan verwacht worden van een normaal zorgvuldig en omzichtig wetgever.

3. Het oordeel van het Grondwettelijk Hof, in het kader van een prejucidiële vraag, dat een wettelijke bepaling indruist tegen de artikelen 10 en 11 van de Grondwet heeft nog niet tot gevolg dat vaststaat dat de wetgever onrechtmatig heeft gehandeld in de zin van artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek.

4. De aansprakelijkheid van de wetgever voor het nemen van een foutieve wetgeving vraagt een eigen beoordeling door de rechter aan wie gevraagd wordt de Staat te veroordelen op grond van een onrechtmatige daad. De loutere verwijzing naar een arrest van het Grondwettelijk Hof dat prejudicieel een tegenstrijdigheid tussen wet en Grondwet ontwaart op grond van de toestand van het recht op het ogenblik waarop het oordeelt, volstaat niet als een eigen beoordeling.

5. De appelrechters stellen vast dat het Grondwettelijk Hof in antwoord op een prejudiciële vraag heeft vastgesteld in een arrest van 9 december 1998, dat artikel 34, §1, 1°, WIB92 de Grondwet schendt. Zij oordelen dat de vaststelling door het Hof dat een bepaling strijdig is met de Grondwet noodzakelijk betekent dat het foutieve gedrag in hoofde van de wetgeer vaststaat.

Zodoende verantwoorden zij hun beslissing niet naar recht.

Het middel is gegrond”.


Hieruit kan misschien worden afgeleid dat een onwettig bevonden,vernietigde of ingetrokken reglementaire beslissing - en waarom niet: een uitvoeringsbelssing - van een overheid (dus ook een gemeente) toch niet per definitie een fout uitmaakt in de zin van artikel 1382 BW.

Deel dit artikel