Kortrijk
Regen
7° - 12°
Antwerpen
Regen
7° - 13°
Blog
Blog
31 augustus 2013  | Dirk Van Heuven

Nieuwe adviesregeling bij stedenbouwkundige vergunningen en RUP's wordt op 1 september 2013 van kracht!

Vanaf 1 september 2013 wijzigt de regeling rond adviesvragen voor stedenbouwkundige vergunningen en ruimtelijke uitvoeringsplannen.

Dat is het gevolg van de wijziging van 2 besluiten:

- het besluit van de Vlaamse Regering van 11 mei 2001 tot aanwijzing van de instellingen en administraties die adviseren over voorontwerpen van ruimtelijke uitvoeringsplannen, vervangen door het besluit van de Vlaamse Regering van 12 juli 2013.

- het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 tot aanwijzing van de instanties die over een vergunningsaanvraag advies verlenen, vervangen door het besluit van de Vlaamse Regering van 12 juli 2013.

Ruimtelijke uitvoeringsplannen.
De wijzigingen zijn van toepassing op voorontwerpen van ruimtelijke uitvoeringsplannen waarvan de uitnodiging voor de plenaire vergadering wordt verstuurd na de inwerkingtreding van dit besluit, dus 1 september 2013.

Voor het Agentschap Onroerend Erfgoed.
Door het besluit van 12 juli 2013 is er geen adviesverplichting meer wanneer het ruimtelijk uitvoeringsplan ligt in een gezichtsveld van een beschermd monument. De adviesverplichting wordt beperkt tot een adviesverplichting als de gronden of de erop aanwezige constructies, gelegen binnen de grenzen van het plan, geheel of ten dele zijn beschermd als monument, of eraan palen.Nieuw is dat het advies van het Agentschap Onroerend Erfgoed gevraagd moet worden bij ruimtelijke uitvoeringsplannen als de gronden of de erop aanwezige constructies, gelegen binnen de grenzen van het plan, geheel of ten dele zijn afgebakend als erfgoedlandschap.

Voor het Agentschap Ondernemen.
Door het besluit van 12 juli 2013 zal het Agentschap Ondernemen om advies gevraagd moeten worden bij de opmaak van een ruimtelijk uitvoeringsplan als de gronden, gelegen binnen de begrenzing van het ruimtelijk uitvoeringsplan volgens de bestaande plannen (plannen van aanleg of ruimtelijk uitvoeringsplannen) geheel of ten dele specifiek zijn bestemd voor de vestiging van kleinhandelsbedrijven of voorzien in een concentratie van kleinhandelsbedrijven. Dit is een voorafname op de nieuwe Vlaamse handelvestigenreglementering, eenmaal de regionalisering een feit is.

Voor het Agentschap Wonen-Vlaanderen.
Door het besluit van 12 juli 2013 zal het Agentschap Wonen Vlaanderen niet langer om advies gevraagd worden bij de opmaak van ruimtelijke uitvoeringsplannen op gronden die gelegen zijn binnen de perimeter van woonvernieuwingsgebieden, zoals afgebakend in uitvoering van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode. Wel zal het advies van het Agentschap moeten worden gevraagd bij de opmaak van een ruimtelijk uitvoeringsplan als de gronden, gelegen binnen de begrenzing van het uitvoeringsplan, de bestemming woongebied of een ermee vergelijkbaar gebied verkrijgen, voor zover de bestemmingswijziging betrekking heeft op ten minste een halve hectare.

Stedenbouwkundige vergunningsaanvragen.

De wijzigingen zijn van toepassing op vergunningsaanvragen die worden ingediend na 1 september 2013.

Voor het Agentschap Onroerend Erfgoed.
Door het besluit van 12 juli 2013 wordt de adviesverplichting van het Agentschap Onroerend Erfgoed op de volgende drie punten aangepast:

1° De adviesverplichting in de buurt van een monument wordt beperkt tot een adviesverplichting voor percelen die palen aan voorlopig of definitief beschermde monumenten. Er is dus geen adviesverplichting meer in het gezichtsveld van een monument

2° Wat betreft de adviesverplichting bij een vergunningsaanvraag voor handelingen in erfgoedlandschappen, zal het Agentschap alleen nog advies verlenen voor aanvragen m.b.t. (a) gebouwen of constructies die zijn opgenomen in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed, vermeld in artikel 12/1 van het decreet van 3 maart 1976 tot bescherming van monumenten en stads- en dorpsgezichten; (b) percelen die in gemengd openruimtegebied met cultuurhistorische waarde liggen; (c) het optrekken of plaatsen van een constructie die in agrarisch gebied in de ruime zin of in ruimtelijk kwetsbaar gebied ligt; (d) aanmerkelijke reliëfwijzigingen, het aanleggen of wijzigen van recreatieve terreinen of het gewoonlijk gebruiken, aanleggen of inrichten van een grond als vermeld in artikel 4.2.1, 5°, VCRO.
Hiermee samenhangend wordt ook het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening aangepast, waardoor de vergunningsplicht voor meldingsplichtige handelingen in erfgoedlandschappen niet langer behouden wordt. Hierdoor wordt de meldingsplicht voortaan ook in erfgoedlandschappen van toepassing

3° Het besluit van 12 juli 2013 voert ten slotte bij werelderfgoed een gradatie van de adviesverplichting in via een zonering van de bufferzone. De bufferzone wordt ingedeeld in een binnen- en een buitenzone, waarbij de binnenzone een strook betreft van 100 meter breed vanaf het werelderfgoed. Het Agentschap Onroerend Erfgoed zal om advies gevraagd moeten worden voor alle vergunningsplichtige handelingen aan de goederen die erkend zijn als werelderfgoed en in de binnenzone van de bufferzone. In de rest van de bufferzone (de zgn. buitenzone), op meer dan 100 meter van het werelderfgoed, wordt de bestaande adviesverplichting ingeperkt tot die handelingen die betrekking hebben op constructies die een hoogte van 15 meter hebben of bereiken

Voor het Departement Landbouw en Visserij.
Door het besluit van 12 juli 2013 wordt de adviesverplichting van het Departement Landbouw en Visserij beperkt tot die stedenbouwkundige vergunningsaanvragen waarbij er een impact op de agrarische structuur wordt verwacht. Voor vergunningsaanvragen zonder of met een zeer beperkte impact op de agrarische structuur, wordt niet langer in een adviesverplichting van het Departement voorzien. Zo moet er bijvoorbeeld geen advies gevraagd worden voor vellen van bomen in agrarische gebieden. Anderzijds moet geen advies meer gevraagd worden aan het Departement voor verbouwen of herbouwen van zonevreemde constructies, waarbij toepassing wordt gemaakt van de decretale basisrechten (Art. 4.4.10 tot 4.4.22). Wel zal het Departement advies verlenen over aanvragen die verband houden met landbouw, ongeacht de bestemming van het gebied. Alle aanvragen die nieuwe ontwikkelingen in agrarisch gebied mogelijk maken op basis van de afwijkingsmogelijkheden voorzien in de VCRO zullen aan een advies van het Departement onderworpen. Het betreft hier aanvragen met betrekking tot (a) De afwerkingsregel (art. 4.3.3 VCRO); (b) Sociaal-cultureel of recreatief medegebruik (art. 4.4.4 VCRO); (c) Medegebruik inzake natuurschoon (art. 4.4.5 VCRO); (d) Zonevreemde werken aan beschermd erfgoed (art. 4.4.6 VCRO); (e) Handelingen van algemeen belang (art. 4.4.7 VCRO); (f) De zogenaamde “clichering” van de gewestplanvoorschriften (art. 4.4.9 VCRO); (g) Zonevreemde functiewijzigingen (art. 4.4.23 VCRO); (h) Aanvragen op basis van een planologisch attest. (art. 4.4.26, §2 VCRO).

Met betrekking tot de watertoets.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets voorziet een aantal gevallen waarin het advies van bepaalde instanties moet worden ingewonnen. Om verwarring te vermijden, bepaalt het besluit van 12 juli 2013 dat er advies gevraagd moet worden aan de instanties die worden aangewezen in het besluit inzake de watertoets in de gevallen dat een advies volgens dit besluit van 20 juli 2006 vereist is.

Met betrekking tot machtigingen waterlopen derde categorie.
Door het besluit van 12 juli 2013 moet een vergunningsaanvraag voor advies voorgelegd worden aan de provincie, voor zover een machtiging vereist is voor werken van verbetering en werken van wijziging aan onbevaarbare waterlopen van tweede en derde categorie, tenzij de aanvrager reeds over een machtiging beschikt voor die werken.

Voor het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle.
Door het besluit van 12 juli 2013 moet het advies van het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle gevraagd worden bij alle vergunningsaanvragenaanvragen met betrekking tot SEVESO-bedrijven die liggen op een afstand van minder dan 2 kilometer van een nucleaire inrichting, klasse I.
De nucleaire inrichtingen in het Vlaamse Gewest met een vergunning klasse I zijn momenteel: Kerncentrale Doel, Studiecentrum voor Kernenergie (Mol), Belgoprocess (2 sites te Mol en te Dessel), Belgonucleaire (Dessel, in ontmanteling), FBFC-International (Dessel) en Euratom vestiging IRMM (Geel).

Bron. Nieuwberichten Ruimte Vlaanderen

Deel dit artikel