Kortrijk
Regen
4° - 9°
Antwerpen
Regen
5° - 10°
Blog
Blog
15 september 2022  | Merlijn De Rechter

Merlijn De Rechter en Margot Luyckx publiceren artikel ‘De soap rond planwijzigingen in de vergunningsprocedure: eindelijk een pragmatische aflevering' (STORM 2022/2)

In dit artikel bespreken Merlijn en Margot een arrest van de RvVb van 7 april 2022 (RvVb-A-2122-0631). In dit arrest buigt de RvVb zich nogmaals over het wijzigingsverzoek op initiatief van de aanvrager in het kader van artikel 64 OVD. De zaak handelt over een aanvraag voor het optrekken van een wooneenheid boven op een bestaande garage in het West-Vlaamse Tielt waarvoor de aanvrager bij het provinciebestuur aangepaste plannen had ingediend. Die aangepaste plannen worden vergund door de deputatie, waarop de buren naar de RvVb trekken en daar onder meer aanvoeren dat de vergunde gewijzigde plannen geen betrekking hebben op ‘beperkte’ aanpassingen. De RvVb komt in het besproken arrest tot de enigszins verrassende conclusie dat de door de aanvrager alsnog gewijzigde plannen toch door de beugel kunnen. De RvVb benadrukt hiermee het onmiskenbare onderscheid tussen een wijzigingsverzoek op initiatief van de aanvrager volgens artikel 64 OVD en een planwijziging die als vergunningsvoorwaarde wordt opgelegd door de overheid volgens artikel 4.3.1, § 1, tweede lid VCRO. Daarbij wordt nu aldus expliciet gesteld dat een wijzigingsverzoek ingediend door de aanvrager in beroep niet cumulatief moet voldoen aan de voorwaarden begrepen in artikel 4.3.1, § 1, tweede en derde lid VCRO en artikel 64 OVD. De RvVb zet hiermee – eindelijk – de puntjes op de ‘i’. Artikel 64 OVD en artikel 4.3.1, § 1, tweede lid VCRO dienen dus afzonderlijk te worden gelezen en toegepast

Deel dit artikel