In het arrest nr. 247.554 van 15 mei 2020 herinnert de Raad van State aan de principes:
‘Aan de tewerkstelling van een personeelslid dat in statutair verband tewerkgesteld is, kan slechts een einde worden gemaakt in de gevallen door de wetten en reglementen bepaald of door de afschaffing van de betrekking. De mogelijkheden om op een definitieve wijze het ambt van een statutair personeelslid te beëindigen zijn aldus limitatief bepaald en moeten derhalve beperkend worden geïnterpreteerd.’