Grondwettelijke atoombom onder hervorming van sociale woonactoren ontmijnd

Het Grondwettelijk Hof heeft met arrest nr. 155/2022 van 24 november 2022 alle beroepen tot gedeeltelijke vernietiging van het Vlaamse decreet van 9 juli 2021 'houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen' verworpen.

Met het decreet van 9 juli 2021 beoogt de decreetgever de sociale huisvestingsmaatschappijen en de sociale verhuurkantoren tegen 1 januari 2023 te vervangen door één woonactor, nl. de woonmaatschappij, die binnen de door de Vlaamse Regering vast te stellen werkingsgebieden fungeert als enig aanspreekpunt voor de sociale kandidaat-huurder of -koper.

Het Grondwettelijk Hof meent dat er, in acht genomen de impliciete bevoegdheden van artikel 10 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980, geen sprake is van een bevoegdheidsverschrijding door af te wijken van de federale vennootschapswetgeving. Het in artikel 23 van de Grondwet gewaarborgde recht op een behoorlijke huisvesting en het gelijkheids- en niet-discriminatiebeginsel worden evenmin geschonden, aldus het Hof.