Kortrijk
Regen
7° - 12°
Antwerpen
Regen
7° - 12°
Blog
Blog
22 november 2013  | Dirk Van Heuven

Elke prijsverantwoording moet zorgvuldig worden onderzocht

De Raad van State verwoordt het in het arrest nr. 222.769 van 7 maart 2013 als volgt:

De aanbestedende overheid heeft de plicht om de regelmatigheid van een offerte na te gaan en één van de elementen van regelmatigheid is dat de offerte geen abnormale prijzen bevat, welk onderzoek moet gebeuren met in acht name van de door verzoekende partij aangehaalde zorgvuldigheidsverplichting.De aanbestedende overheid beschikt over een ruime discretionaire bevoegdheid om al dan niet een procedure te voeren inzake abnormale prijzen en de Raad van State mag zich, gesteld voor de toesting van dergelijke beoordeling, niet in de plaats stellen van het bestuur maar hij mag desgevraagd wel nagaan of het bestuur niet onzorgvuldig heeft gehandeld. Uit de door verzoekende partij ingeroepen schending van artikel 16 van de wet van 24 december 1993 en van artikel 115 van het koninklijk besluit van 8 januari 1996 volgt immers dat, indien de bevoegde overheid beslist om de opdracht via een beperkte offerteaanvraag toe te wijzen, deze dient te worden toegewezen aan de inschrijver die voordeligste regelmatige offerte heeft ingediend. Zo een aanbestedende overheid meent dat de prijs van een inschrijver op het eerste gezicht een abnormale prijs kan zijn en zij deze inschrijver om een prijsverantwoording vraagt, impliceert dit dat de gegeven prijsverantwoording op een zorgvuldige manier wordt onderzocht.

In voorliggend geval heeft verwerende partij een prijsverantwoording aan tussenkomende partij gevraagd en ook gekregen. Zij vatte deze procedure aan na het opstellen van het gunningsverslag van haar raadgevend architect.

De prijsverantwoording werd blijkbaar aan haar raadgevend architect overgemaakt. Het onderzoek van deze prijsverantwoording is, zoals het administratief dossier laat blijken, beperkt gebleven tot de e-mail van de raadgevend architect met het ene zinnetje: ‘[I]k blijf mijn keuze voor Ornament na deze verantwoording nog steeds steunen’.

Deze opvatting van de raadgevend architect lijkt niet spontaan als begrijpelijk en gerechtvaardigd over te komen; in de prijsverantwoording lijken immers elementen te worden vermeld die een nader onderzoek zouden kunnen wettigen; als dergelijke elementen kunnen worden aangehaald het feit dat tussenkomende partij zelf erkent geen hogere prijs te hebben kunnen bieden gelet op de beperktheid van haar erkenning en het feit dat zij erkent een variante, namelijk zo lijkt een beperkte uitvoering van de opdracht, te hebben voorgesteld niettegenstaande het bestek uitdrukkelijk varianten lijkt uit te sluiten.

In die omstandigheden dient te worden aangenomen dat het gevoerde prijsonderzoek onzorgvuldig lijkt te zijn gevoerd en is het enige middel in die mate ernstig.

Uit de bespreking van het middel mag echter niet worden afgeleid dat verwerende partij geen andere keuze zou hebben dan de opdracht aan verzoekende partij te gunnen zodat er geen reden is om de tenuitvoerlegging te schorsen van de impliciete weigering de opdracht aan verzoekende partij te gunnen.’

Deel dit artikel