Kortrijk
Regen
7° - 14°
Antwerpen
Regen
8° - 14°
Blog
Blog
21 december 2017  | Dirk Van Heuven

Afwezigheid van project-MER-screeningsnota kan niet goedgemaakt worden in motivering van vergunningsbeslissing

Zo oordeelt alvast de Raad voor Vergunningsbetwistingen in het arrest nr. RvVb/A/1718/0317 van 5 december 2017:

‘Volgens de bestreden beslissing is dit project ‘te screenen’ omdat het valt onder rubriek 10° Infrastructuurprojecten van bijlage III van het project-MER-besluit van 10 december 2014, zoals gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 1 maart 2013 inzake de nadere regels van de project-MER-screening. Deze vaststellingen van de verwerende partij worden niet betwist.
Volgens de verzoekende partij is voor de MER-screening bij dit project artikel 7,5° van het Besluit Dossiersamenstelling relevant. Deze bepaling (...) luidt:

‘Het dossier van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning voor de in artikel 6 bedoelde werken, bevat minstens de volgende stukken: (...)
5° als de aanvraag onderworpen is aan een milieueffectenrapportage, een van de volgende documenten:
a) Een milieueffectenrapport dat behandeld is conform de door de Vlaamse regering vastgestelde regels en waarvan de inhoud beantwoordt aan de door de Vlaamse Regering terzake gestelde eisen;
b) Het verzoek tot ontheffing van de milieueffectenrapportage, behandeld conform de vastgestelde regels, en vergezeld van de goedkeuring ervan;
c) Een project-MER-screeningsnota waarvan de inhoud beantwoordt aan de door de Vlaamse Regering terzake gestelde eise

(...) Een project-MER-screeningsnota is, zoals ook blijkt uit de parlementaire voorbereiding van het decreet van 23 maart 2012, een gemotiveerde screeningsnota op basis waarvan de initiatiefnemer moet aantonen ofwel 1) dat er geen aanzienlijke milieueffecten verbonden zijn aan de uitvoering van een project, ofwel 2) dat er vroeger een project-MER goedgekeurd werd betreffende een project waarvan het voorgenomen initiatief een herhaling, voortzetting of alternatief is en een nieuw project-MER redelijkerwijze geen nieuwe of aanvullende gegevens over aanzienlijke milieueffecten kan bevatten. Het moet het bestuur toelaten om met kennis van zaken te beoordelen of de aanvraag al dan niet aanzienlijke milieueffecten voor mens en milieu genereert. Die beoordeling moet haar beslag krijgen op grond van de criteria, zoals die in bijlage II van het DABM omschreven worden.

Een project-MER-screeningsnota is in de geciteerde regelgeving opgevat als een essentieel instrument voor een correcte inschatting van de aan het project potentieel verbonden milieueffecten en dientengevolge van de toepasselijkheid van de plicht tot het opstellen van een project-MER. Een project-MER-screeningsnota moet dus deel uitmaken van het initiële aanvraagdossier.

De verwerende partij concludeert dat het project geen aanzienlijke milieueffecten zal veroorzaken, zodat geen opmaak van een project-MER vereist is. Deze MER-screening luidt: (...).

De verwerende partij maakt deze beoordeling in de bestreden beslissingen eigen, niet op een verplichte screeningsnota, gesteunde inschatting. Daarmee gaat de verwerende partij voorbij aan de eigenheid van de voorafgaande screening. Die eigenheid houdt concreet in dat al in een eerste gemotiveerde, op wettelijk gespecifieerde criteria gesteunde beoordeling nagegaan wordt of de aanvraag aanzienlijke milieueffecten kan hebben en dat het bestuur dan op basis van die voorafgaande beoordeling beslist of er al dan niet een project-MER opgesteld moet worden. Anders dan wat tussenkomende partij stelt, kan de verklarende nota bij de aanvraag; opgesteld door Arcadis op 21 april 2015, op zich evenmin worden aangemerkt als een project-MER-screeningsnota, omdat deze geen dergelijke voorafgaande beoordeling van het beoogde project bevat.

Het eerste middel is in de aangegeven mate gegrond.’

Referentie: pub505024

Deel dit artikel