Kortrijk
Bewolkt
12° - 21°
Antwerpen
Bewolkt
11° - 21°
Blog
Blog
14 oktober 2024 | Sam VandoorneenSteve Ronse

Eigenaar naburig perceel als 'betrokken publiek': de verdere uitholling van de stelplicht

Met het arrest van de Raad van State van 10 oktober 2024, nr. 239.839 wordt de stelplicht inzake belang nog maar eens versoepeld. De Raad is van oordeel dat een eigenaar van een naburig perceel uit die hoedanigheid op zich reeds voldoende belang haalt om op te treden als 'betrokken publiek' in de zin van artikel 2, eerste lid, 1° en artikel 105 §2, eerste lid, 2° van het Omgevingsvergunningsdecreet.

De Raad overweegt het volgende:

"De eigenaar van een perceel of gebouw dat grenst aan het terrein waarop vergunningsplichtige handelingen zullen plaatsvinden, onderscheidt zich in de regel door de ligging van deze terreinen reeds voldoende van het algemene publiek, en maakt door die enkele omstandigheid normaal reeds voldoende aannemelijk dat het waarschijnlijk is dat de tenuitvoerlegging van de omgevingsvergunning hem persoonlijk zal treffen.

[...]

De beroeper heeft in dat verband geen andere stelplicht dan het vermelden van zijn hoedanigheid van eigenaar van de naburige eigendom [...]"

Om een ontvankelijk beroep in te stellen als "betrokken publiek" in zin van artikel 2, eerste lid, 1° en artikel 105 §2, eerste lid, 2° van het Omgevingsvergunningsdecreet volstaat het volgens de Raad dan ook om te verduidelijken dat men eigenaar is van een naburig perceel aan de projectsite.

De stelplicht van de verzoekende partij wordt hiertoe beperkt.

Het is aan de partij die de ontvankelijkheid van een beroep betwist om aan te tonen dat het niet waarschijnlijk is dat de beroeper, ondanks de naburige ligging van de eigendom, enige gevolgen zou kunnen ondervinden van de bestreden beslissing .

Het eerdere standpunt van de Raad voor Vergunningsbetwistingen in het arrest van 16 augustus 2023, nr. RvVb-A-2223-1075 dat een verzoekende partij moet aantonen dat het persoonlijk karakter van de aangevoerde nadelen moeten worden aangetoond op een wijze dat het 'niveau van een louter theoretische bewering' overstijgt, kan dan ook volgens de Raad niet worden aanvaard. In het betrokken arrest meent de Raad dat een dergelijke opvatting van de stelplicht de draagwijdte van het begrip 'betrokken publiek' miskent.

Deel dit artikel