Een gemeenschappelijke ondergrondse parking ontslaat de bouwheer niet van de verkavelingsplicht voor de realisatie van 2 woontorens

Voor de Raad voor Vergunningsbetwistingen stelde zich de vraag of een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden vereist is voor een stuk grond waarop 2 appartementsgebouwen voorzien worden die met elkaar verbonden zijn door een gemeenschappelijke ondergrondse parking. De RvVb antwoordt deze vraag positief in het arrest nr. RvVb-A-2324-1016 van 22 augustus 2024.

'De aanvraag strekt tot de bouw van twee vrijstaande bouwvolumes. Uit het inplantingsplan van de nieuwe toestand blijkt dat een grond in een westelijk (meergezinswoning A) en een oosteltijk (meergezinswoning B) gedeelte verdeeld wordt. Beide meergezinswoningen worden op een gemeenschappelijke ondergrondse parking (verdieping -2) opgericht. Ze delen een collectieve tuin-/groenzone.

Er voltrekt zich dus een verdeling van grond in aanwijsbare delen, wat een van de constitutieve voorwaarden is voor de toepasselijkheid van de vergunningsplicht voor het verkavelen van gronden, ook al worden de bouwvolumes door een gemeenschappelijke parkeerkelder met elkaar verbonden. Dat de plannen niet expliciet een kavelgrens bepalen, leidt niet tot een andere conclusie'.

Referentie: PUB512055