Kortrijk
Regen
7° - 14°
Antwerpen
Regen
7° - 15°
Blog
Blog
09 november 2012  | Publius

Grondwettelijk Hof en de Brusselse Milieuhandhavingsordonnantie: verzachtende omstandigheden (bis)

Eerder op deze blog berichtten we over het arrest nr. 44/2011 van het Grondwettelijk Hof van 30 maart 2011 waarin het Hof, op prejudiciële vraag, oordeelde dat de Milieuhandhavingsordonnantie de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schond, in zoverre de ordonnantie niet toeliet rekening te houden met verzachtende omstandigheden die het mogelijk maken een administratieve geldboete op te leggen die lager is dan het vastgelegde minimumbedrag van de geldboete, terwijl de dader van eenzelfde feit die strafrechtelijk werd vervolgd met toepassing van artikel 85 van het Strafwetboek een lagere strafrechtelijke straf dan de wettelijk bepaalde opgelegd kon krijgen indien er verzachtende omstandigheden aanwezig waren.

Bij wege van arrest nr. 134/2012 van 30 oktober 2012 heeft het Grondwettelijk Hof de geviseerde bepaling van de Milieuhandhavingsordonnantie, d.i. artikel 33, 7°, b), inmiddels vernietigd. Met het oog op de administratieve moeilijkheden en het administratieve contentieux die uit het vernietigingsarrest zouden kunnen voortvloeien, handhaaft het Hof met toepassing van artikel 8, tweede lid van de bijzondere wet van 6 januari 1989 de gevolgen van de vernietigde bepaling tot 3 juni 2011, datum waarop het arrest nr. 44/2011 in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt, met betrekking tot de administratieve geldboeten die definitief zijn uitgesproken.

Zoals ook reeds eerder bericht, heeft de Brusselse ordonnantiegever al gevolg gegeven aan het prejudicieel arrest nr. 44/2011 middels de invoeging van artikel 40bis in de Milieuhandhavingsordonnantie bij wege van een wijzigingsordonnantie van 24 november 2011.

Deel dit artikel